Mouwen breien
Mouwen breien lijkt misschien een van de lastigere onderdelen van een trui of vest, maar als je het patroon goed volgt (en weet waar je op moet letten), is het verrassend logisch en zelfs leuk om te doen. De kunst zit hem in het combineren van techniek, vorm en pasvorm zodat je mouw mooi in het armsgat past én lekker zit.
In deze blog neem ik je mee in de wereld van mouwen breien volgens patroon. Van verschillende vormen tot minderingen en het inzetten: alles komt aan bod.
Waarom is het belangrijk om een mouwenpatroon te volgen?
Een goed patroon zorgt ervoor dat je mouw:
netjes in het lijf past
de juiste lengte en breedte heeft
comfortabel zit zonder trekken of lubberen
symmetrisch is aan beide kanten
Het patroon geeft je richting én structuur, en voorkomt dat je op het eind met een ‘soort van mouw’ zit die nét niet klopt.
Verschillende soorten mouwen in breipatronen
Ingezette mouw (set-in sleeve)
– Wordt apart gebreid en later in het armsgat genaaid
– Moet mooi gevormd zijn met een mouwkop
– Ziet er klassiek en netjes uitRaglanmouw
– Meestal ingebreid vanaf de hals tot aan de oksel
– Herkenbaar aan de schuine lijnen vanaf de schouders
– Makkelijker te breien zonder veel naaiwerkAangebreide mouw (drop shoulder)
– Geen aparte mouwkop; rechte mouw aan rechte schouder
– Simpel en ruimvallend, perfect voor beginnersBallonmouw of pofmouw
– Breder aan het uiteinde of bij de schouder
– Decoratief, luchtig en vaak met boordje of rimpeling
Mouwen breien volgens patroon: hoe werkt het?
Stap 1: Lees het patroon goed door
Bekijk of je een losse mouw breit (en later inzet) of direct aan het lijf werkt.
Let op afkortingen zoals mind. (minderen), meer. (meerderen), of tot een hoogte van x cm.
Stap 2: Zet het juiste aantal steken op
De boord wordt meestal gebreid in rib (bijv. 1r, 1av), daarna ga je over op tricotsteek of een andere hoofdpatroonsteek.
Stap 3: Meerder om de mouw te vormen
De meeste mouwen worden naar boven toe breder.
Het patroon geeft meestal aan: meerder aan beide zijden elke 6e naald tot x steken.
Tip: Gebruik steekmarkeerders links en rechts zodat je weet waar je moet meerderen.
Stap 4: Mouwkop vormen (bij ingezette mouw)
In de laatste centimeters van je mouw begint het ‘afschuinen’.
Je gaat dan minderen aan beide kanten, vaak in stappen:
– bijv. 1x 4 steken, 2x 3 steken, 3x 2 steken, dan nog enkele 1 steek per naald.Dit geeft de ronde vorm die in het armsgat past.
Stap 5: Mouwen blocken (optioneel maar aangeraden!)
Na het breien kun je je mouw licht bevochtigen en plat leggen om te vormen.
Zo krijgt hij de juiste lengte en vorm voordat je hem inzet.
Mouwen inzetten (bij aparte mouwen)
Als je mouwen los breit, komt daarna het innaaien of insteken:
Begin met de bovenkant (mouwkop) en speld deze vast aan het armsgat.
Naai met een maassteek of matrassteek vast.
Werk van boven naar beneden, gelijkmatig verdeeld.
Werk draadjes weg aan de binnenkant.

Tips voor een goed resultaat voor mouwen breien
Gebruik dezelfde proeflapjes-spanning als bij het lijf, anders klopt je maat niet.
Teken je mouwvorm uit op papier als je visueel werkt zeker bij eigen ontwerpen.
Spiegel je minderingen of meerderingen voor symmetrie.
Pas tussendoor: schuif de mouw op een kabel of rondbreinaald en houd ‘m langs je arm.
Laat die mouw maar rollen
Mouwen breien is even een technisch stukje in je project, maar eentje die veel voldoening geeft. Niks leuker dan je trui aan doen en denken: “ja, die mouwen zitten precies goed.” Met een goed patroon en wat aandacht voor detail kom je een heel eind.
Dus: kies een patroon dat je aanspreekt, meet goed, en neem de tijd. Dan zit het straks als gegoten.
Meer van breiwinkeltje?
Lees ook onze blogs over topje haken en babydeken haken, of volg ons op Instagram, Pinterest en Facebook. Voor patronen en creatieve inspiratie.